Veel werkgevers vinden het prettig om de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een zieke werknemer te beëindigen voordat er sprake is van twee jaar ziekte. Op die manier is de werkgever niet verplicht om loon door te betalen en vervalt de re-integratieverplichting. Maar is dit wel zo verstandig? Wat zijn de gevolgen?
Het komt veel voor dat gemakshalve al in de periode vooruitlopend op de einddatum van de arbeidsovereenkomst nauwelijks tot geen re-integratie inspanningen meer worden verricht. Dit brengt echter risico’s met zich mee:
- voor de werkgever kan het betekenen dat hij t.z.t. ziekengeld aan het UWV moet terug betalen, en
- voor de werknemer kan het betekenen dat het UWV het ziekengeld geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of blijvend weigert.
Loonsanctie UWV (na twee jaar ziekte)
De meeste werkgevers zijn bekend met de zogenaamde loonsanctie. Als een werknemer uitvalt door ziekte is de werkgever gedurende twee jaar verplicht het loon door te betalen. Is de werknemer na twee jaar niet hersteld? Dan komt de werknemer wellicht in aanmerking voor een WIA-uitkering. Het UWV toetst op dat moment of de werkgever voldoende re-integratie inspanningen heeft verricht. Is dit niet het geval? Dan kan het UWV een loonsanctie aan de werkgever opleggen voor de duur van maximaal één jaar. De werkgever moet het loon dan dus langer (in het derde jaar) doorbetalen en de arbeidsovereenkomst kan nog niet worden beëindigd.
Verhaalsanctie Ziektewet (binnen twee jaar ziekte)
Veel minder bekend zijn werkgevers met de zogenaamde verhaalsanctie Ziektewet. Als de werkgever de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer binnen twee jaar eindigt, dan komt de werknemer in beginsel in aanmerking voor een uitkering op grond van de Ziektewet. Dit is bijvoorbeeld het geval als een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van een zieke werknemer na de duur van één jaar van rechtswege eindigt. Er geldt dan geen opzegverbod. De werknemer die ziek uit dienst gaat en aanspraak maakt op een Ziektewetuitkering wordt ook wel een “vangnetter” genoemd.
De werkgever is verplicht uiterlijk de laatste dag van het dienstverband bij het UWV te melden dat de werknemer ziek uit dienst gaat. Hierdoor vraagt de werkgever gelijktijdig een Ziektewetuitkering voor de werknemer aan. Er wordt ook weleens gedacht dat de werkgever de verhaalsanctie kan omzeilen door de werknemer aan het eind van het dienstverband weer beter te melden. Dat biedt echter geen uitkomst als de zieke werknemer vervolgens zelf een beroep doet op de Ziektewet. Bij twijfel of de werknemer nog ziek is doet de werkgever er verstandig aan om de werknemer langs de bedrijfsarts te sturen.
Soms moet de werkgever ook een re-integratieverslag maken als de werknemer ziek uit dienst gaat. Of dit nodig is hangt af van de vraag hoe lang de werknemer na zijn ziekmelding nog in dienst is gebleven.
- Als de werknemer na zijn ziekmelding nog korter dan 6 weken in dienst gebleven is, hoef je als werkgever geen re-integratieverslag te maken.
- Is de werknemer na zijn ziekmelding tussen de 6 en 10 weken in dienst gebleven, dan moet je als werkgever zorgen voor een verkort re-integratieverslag.
- De werkgever moet zorgen voor een volledig re-integratieverslag als de werknemer na zijn ziekmelding nog 10 weken of langer in dienst is gebleven.
Het UWV toetst of de werkgever voldoende re-integratie inspanningen heeft verricht. Heeft de werkgever onvoldoende aan de re-integratie gedaan, dan kan UWV een verhaalsanctie opleggen en wordt het ziekengeld (gedeeltelijk) op de werkgever verhaald. De periode waarover de uitkering wordt verhaald, is gebaseerd op de tijd dat niet aan de re-integratieverplichting is voldaan (maximaal 52 weken).
De verhaalsmogelijkheid Ziektewet is uitgewerkt in het Besluit verhaal ziekengeld, artikel 39a lid 1. Er is in feite sprake van een schadevergoeding. Het UWV heeft namelijk schade omdat zij een Ziektewetuitkering moet betalen doordat de werkgever niet heeft voldaan aan re-integratie verplichtingen. Die schade moet de werkgever vergoeden. De werkgever kan hiertegen in bezwaar gaan.
Voorbeelden
De Centrale Raad van Beroep heeft een tweetal interessante uitspraken gewezen over de verhaalsanctie Ziektewet.
In een kwestie d.d. 1 februari 2017 was door de werkgever tijdens de ziekte van de werknemer een ontbindingsprocedure gestart. Na de ontbinding stelde het UWV zich op het standpunt dat de werkgever een deel van de Ziektewetuitkering voor haar rekening moest nemen. De werkgever was volgens het UWV tekort geschoten in de re-integratie inspanningen gedurende de periode dat zij de ontslagprocedure aan het voorbereiden en aan het voeren was. De Centrale Raad van Beroep deelde de visie van het UWV.
In
een kwestie d.d. 2 januari 2019 had de bedrijfsarts de werkgever geadviseerd om mediation te starten om zodoende het arbeidsconflict op te lossen. De werkgever weigerde dit. De Kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer. Het UWV kende vervolgens een Ziektewetuitkering toe maar legde tevens een verhaalsanctie op voor de duur van 11 weken omdat de werkgever geen uitvoering had gegeven aan het advies van de bedrijfsarts waarmee de werkgever volgens het UWV onvoldoende re-integratie inspanningen had verricht. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de werkgever voor wat betreft het arbeidsconflict had moeten meewerken aan een oplossing. De korte nog resterende duur van de arbeidsovereenkomst afgezet tegen de hoge kosten van een mediation-traject is volgens de Centrale Raad van Beroep niet relevant. Dit omdat de werkgever zelf om ontbinding had verzocht waardoor de nog korte duur van de arbeidsovereenkomst een keuze is geweest van de werkgever zelf.
Toetsing re-integratie inspanningen
Ook al eindigt de arbeidsovereenkomst met de zieke werknemer over korte tijd, de werkgever heeft tot het einde re-integratieverplichtingen. Dit zijn dezelfde re-integratieverplichtingen als die de werkgever heeft bij een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Financiële argumenten leveren geen reden op om van re-integratie af te zien.
Het kan zijn dat het re-integratietraject doorloopt nadat het dienstverband is geëindigd of dat het re-integratietraject meer kost dan 70% van het brutoloon (inclusief vakantiegeld) over de resterende duur van het dienstverband. De werkgever kan het UWV dan verzoeken om te participeren in de re-integratie. Het UWV financiert dan de re-integratie vanaf het moment dat de werknemer niet meer in dienst is. Als de re-integratie meer kost dan 70% van het brutoloon over de rest van het dienstverband, betaalt het UWV de meerkosten.
Conclusie
De verhaalsregeling maakt het voor het UWV mogelijk om de Ziektewetuitkering te verhalen op de voormalige werkgever van een zieke werknemer van wie de arbeidsovereenkomst binnen de eerste twee ziektejaren is beëindigd. Deze sanctie wordt opgelegd als er onvoldoende re-integratie inspanningen zijn verricht. Het is dus van belang de re-integratieverplichtingen niet voortijdig te staken.