Als een werknemer zich ziek meldt is het aan de bedrijfsarts om een oordeel te geven over de vraag of de werknemer al dan niet in staat is om zijn werkzaamheden (deels) te hervatten. Soms zal hiernaast de huisarts of behandelend specialist een visie hebben op de arbeidsongeschiktheid, maar het oordeel van de bedrijfsarts is doorgaans doorslaggevend. Toch is ook het oordeel van de bedrijfsarts slechts een advies.
Iedere werkgever of werknemer die het niet eens is met dit advies kan bij het UWV een zogenaamd deskundigenoordeel aanvragen. Hiernaast is in 2017 door een wijziging van de Arbowet en het Arbobesluit een nieuw instrument geïntroduceerd: de second opinion bij een andere bedrijfsarts. Wat zijn de verschillen en wanneer moet welk van deze twee mogelijkheden worden ingezet?
Deskundigenoordeel bij het UWV
- Een deskundigenoordeel bij het UWV kan zowel door de werkgever als door de werknemer worden aangevraagd.
- Een deskundigenoordeel bij het UWV ziet altijd op één van de volgende kwesties:
– Is de werknemer geschikt zijn eigen werk te doen?
– Is passende arbeid aanwezig?
– Komt de werkgever zijn re-integratieverplichtingen na?
– Komt de werknemer zijn re-integratieverplichtingen na?
- Het overleggen van een deskundigenoordeel van het UWV door een werknemer in een procedure is verplicht als de werknemer de doorbetaling van loon tijdens arbeidsongeschiktheid vordert (art. 7:629a BW). Ook de werknemer die bij de rechter op grond van artikel 7:658a BW nakoming van de re-integratieverplichtingen door werkgever vordert moet een deskundigenoordeel overleggen.
- De werkgever moet een deskundigenoordeel van het UWV overleggen als hij een ontbindingsverzoek indient omdat de werknemer zich niet houdt aan zijn re-integratieverplichtingen (e-grond) of wegens frequent ziekteverzuim (de zgn. c-grond).
-
Degene die een deskundigenoordeel aanvraagt, kan daarvoor gebruik maken van formulieren op de website van het UWV.
-
De aanvraag om een deskundigenverklaring heeft geen opschortende werking.
-
De kosten zijn voor rekening van de aanvrager.
-
Het deskundigenoordeel van het UWV heeft de status van een advies.
-
De termijn waarbinnen het UWV de deskundigenverklaring uitbrengt ligt doorgaans tussen de 2 tot 4 weken.
Second opinion
- Aan dit verzoek geeft de bedrijfsarts in beginsel gehoor, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dit niet te doen. Te denken valt aan oneigenlijk of herhaaldelijk gebruik van de second opinion door de werknemer.
- Een second opinion bij een andere bedrijfsarts ziet altijd op één van de volgende kwesties:
– Verzuimbegeleiding;
– uitvoering van arbeidsgezondheidskundig onderzoek;
– consultatie van de bedrijfsarts met betrekking tot gezondheidskundige vraagstukken in verband met arbeid.
- Ingeschakeld wordt een bedrijfsarts buiten de organisatie van de arbodienst waarbij de werkgever is aangesloten.
- De bedrijfsarts die het eerste advies heeft gegeven stelt aan de te raadplegen bedrijfsarts alle relevante medische en andere informatie beschikbaar.
- Als de second opinion is uitgevoerd, bepaalt de werknemer of het advies aan de eerste bedrijfsarts wordt afgegeven.
- De eerste bedrijfsarts maakt binnen redelijke termijn gemotiveerd duidelijk of hij het advies niet, gedeeltelijk dan wel geheel overneemt.
- De aanvraag om een second opinion heeft geen opschortende werking.
- De kosten van een second opinion die langs deze weg plaatsvindt, zijn voor de werkgever.
- De second opinion is net als de ‘first’ opinion voor partijen niet bindend maar heeft de status van een advies.
- In de regelgeving is geen termijn opgenomen waarbinnen de andere bedrijfsarts de second opinion dient uit te brengen.
Overlap
Uit het vorenstaande volgt dat de werknemer als hij het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts over arbeidsgeschiktheid om zijn werkzaamheden te verrichten zowel een second opinion bij een andere bedrijfsarts als een deskundigenoordeel bij het UWV kan vragen. Deze adviezen kunnen door de werknemer ook na elkaar worden aangevraagd. Leidt second opinion voor de werknemer niet tot de gewenste uitkomst dan kan hij daarna het UWV om een deskundigenoordeel verzoeken.
Heeft second opinion meerwaarde?
Voor werknemers heeft de second opinion zeker meerwaarde. De werknemer kan indien hij met de bedrijfsarts bijvoorbeeld van mening verschilt over zijn arbeidsgeschiktheid kosteloos een andere bedrijfsarts raadplegen. Wel zal de werknemer er rekening mee moeten houden dat de aanvraag geen opschortende werking heeft. Het verdient dus aanbeveling dat de werknemer en de werkgever afspraken maken over het al dan niet moeten re-integreren op basis van het advies van de eerste bedrijfsarts in afwachting van de second opinion.