Published on

Sjoemelturbo op B.V.’s

Vanaf 1994 kunnen rechtspersonen, waaronder B.V.’s, via turboliquidatie ontbonden worden. Bij een turboliquidatie besluit de aandeelhoudersvergadering tot opheffing van de B.V., dus zonder vereffeningsprocedure, waarin aan de schuldeiser(s) rekening en verantwoording wordt afgelegd. De wettelijke basis is artikel 2:19 lid 4 B.W. De bestuurder van de B.V. meldt de ontbinding bij de Kamer van Koophandel en tekent een formulier, dat er geen baten (activa) zijn en daarmee is de B.V. “verdwenen”. De schulden verdwijnen in een zwart gat. Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat 85 tot 90% van de rechtspersonen via een turboliquidatie wordt ontbonden.

Volgens de wet mag een B.V. bij turboliquidatie geen baten hebben. Indien er wel baten zijn (te verwachten) dan dient vereffening plaats te vinden en dient een vereffenaar te worden benoemd. Over schulden zegt de wet niets. De Hoge Raad oordeelde in een arrest van 18 december 2015, dat ook een bedrijf met schulden gebruik mag maken van de turboliquidatie. Volgens de Hoge Raad levert het doen van aangifte tot eigen faillissement in gevallen, waarin de schuldenaar geen baten heeft en er ook geen baten zijn te verwachten, (zelfs) misbruik van bevoegdheid op. Onder die omstandigheden moet de B.V. dus de weg van ontbinding bewandelen.

Een faillissement is gericht op het verzilveren van het actief ter verdeling onder de schuldeisers en het doen van rechtmatigheidsonderzoek. Als er geen actief is, dan valt er door de curator ook niets te verdelen onder de schuldeisers. Fraudeurs hebben voordeel bij een turboliquidatie, omdat er geen curator is, die o.a. (boeken)onderzoek doet naar bestuurdersaansprakelijkheid. De bedrijven worden met een turbo erop ontbonden, zonder dat er een curator, vereffening of verslaglegging aan te pas komt. Daarmee zijn schuldeisers feitelijk onbeschermd.

De afgelopen jaren wordt tegen faillissementsfraude harder opgetreden, hetgeen turboliquidatie voor fraudeurs aantrekkelijk maakt. In de eerste plaats is er geen controle of een met turbosnelheid geliquideerde onderneming daadwerkelijk geen baten meer had of dat eventuele activa toch nog snel even zijn weggesluisd vlak vóór de liquidatie. De Kamer van Koophandel heeft geen controlebevoegdheden. In de tweede plaats wordt een turboliquidatie in het handelsregister bekend gemaakt en is de turboliquidatie verder niet publicatieplichtig, zodat schuldeisers doorgaans ook niet weten dat het geliquideerde bedrijf niet meer bestaat. Een bestuurder, die zich vlak vóór een faillissement voor een symbolisch bedrag van zijn B.V. ontdoet, blijft aansprakelijk.

Fraudeurs kunnen via de turboliquidatie faillissement van de B.V. voorkomen, de B.V. leeghalen en een katvanger benoemen, een handlanger die als directeur van de B.V. optreedt, die de B.V. opheft en weglopen van de met schulden beladen vennootschap. Nog bonter wordt het als de bestuurder vervolgens weer een nieuwe B.V. opricht, onder nagenoeg dezelfde handelsnaam en het patroon zich herhaalt. Leveranciers, werknemers, banken en de fiscus zijn de dupe.

Schuldeisers, die menen dat een turboliquidatie onrechtmatig is, kunnen nu alleen achteraf hun positie proberen te herstellen door alsnog een faillissement aan te vragen of een langdurige aansprakelijkheidsprocedure te starten. Doorgaans zijn betrokkenen met de noorderzon vertrokken en wordt achter het net gevist.  Als achteraf alsnog van een bate blijkt, kan de B.V. herleven door een heropening van de vereffening. Voor de schuldeiser is het echter niet eenvoudig om baten aan te tonen, nu er doorgaans geen jaarrekening over het laatste (verkorte) boekjaar aanwezig is. Op de schuldeiser rust ook de bewijslast, terwijl de administratie van de B.V. een black box is. Wel laat de rechtspraak zien, dat wanneer deze hobbels genomen zijn en onterechte turboliquidatie komt vast te staan de rechter sneller bestuurdersaansprakelijkheid aanneemt. Ook het leerstuk van vereenzelviging van rechtspersonen zou voor de schuldeiser onder omstandigheden nog soelaas kunnen bieden.

Een verbetering zou al zijn indien:

  • een bedrijf voor een turbo-ontbinding een meerjarige balans bij de Kamer van Koophandel deponeert, zodat schuldeisers hun positie kunnen verifiëren;
  • de Kamer van Koophandel een controlebevoegdheid krijgt bij turboliquidaties.