Published on

Opkoopbescherming: obstakel voor vastgoedbeleggers en kansen voor starters op de woningmarkt

Om vastgoedbeleggers die woningen opkopen voor de verhuur van de markt te weren en de kansen voor starters op de woningmarkt te verbeteren kan een gemeente vanaf 1 januari 2022 kiezen voor een stelsel van opkoopbescherming. Met de invoering van dit stelsel is het de koper van een goedkope of middeldure woning verboden om deze binnen vier jaar zonder vergunning te verhuren.  

Grote gemeenten hebben al aangegeven opkoopbescherming in te (gaan) voeren. Zo heeft Rotterdam opkoopbescherming al per 1 januari 2022 ingevoerd. Inmiddels is bekend dat ook andere grote gemeenten zoals Amsterdam, Den Haag en Utrecht de opkoopbescherming gaan invoeren. Kleinere omliggende gemeenten vrezen een waterbedeffect en zijn de invoering ook aan het bekijken.

Hoe ziet het stelsel van opkoopbescherming er precies uit? En hoe kunt u checken of de opkoopbescherming ook in uw gemeente geldt? U leest het in deze blog.

Stelsel opkoopbescherming

Opkoopbescherming is sinds 1 januari 2022 wettelijk mogelijk gemaakt door een wijziging van de Woningwet. Door die wetswijziging kunnen gemeenteraden besluiten om in de gemeente opkoopbescherming te laten gelden. Nadat de opkoopbescherming is ingevoerd, mag een woning die daarna is gekocht, gedurende vier jaar na aankoop niet zonder vergunning worden verhuurd.

Een gemeente verleent een vergunning aan de eigenaar van de woning indien:

  • de eigenaar die wil verhuren aan 1e of 2e graads bloed- of aanverwanten;
  • de eigenaar minimaal één jaar zelf in de woning woont en de woning daarna tijdelijk wil verhuren voor ten hoogste twaalf maanden, zolang dit niet voor toeristische verhuur is;
  • de woonruimte onlosmakelijk deel uitmaakt van een winkel-, kantoor- of bedrijfsruimte.

Grote gemeenten hebben al aangegeven opkoopbescherming in te gaan voeren. Zo geldt in Rotterdam vanaf 1 januari 2022 voor 16 wijken opkoopbescherming voor woningen met een WOZ-waarde tot € 355.000,-. In heel Den Haag geldt vanaf 1 maart 2022 opkoopbescherming voor woningen met een WOZ-waarde tot en met € 355.000,-. Amsterdam heeft opkoopbescherming ingevoerd per 1 april 2022 voor alle Amsterdamse woningen met een WOZ-waarde tot € 512.000,-. Ook Almere, Breda, Eindhoven, Groningen, Nijmegen, Tilburg en Utrecht werken aan opkoopbescherming. In de praktijk is zichtbaar dat ook gemeenteraden van kleinere, omliggende gemeenten de invoering van opkoopbescherming verkennen. Dit doen zij hoofdzakelijk om ongewenste ‘waterbedeffecten’ tegen te gaan.

Toepassingsbereik

Of opkoopbescherming is ingevoerd binnen een bepaalde gemeente, kunt u zelf nagaan door de huisvestingsverordening van de betreffende gemeente te raadplegen. Deze is doorgaans vindbaar via de website van de gemeente. In de huisvestingsverordening moet zijn bepaald voor welke gebieden de opkoopbescherming geldt (bepaalde wijken of de gehele gemeente) en tot welke WOZ-waarde woningen zijn beschermd. De modelhuisvestingsverordening van de VNG geeft een goed beeld hoe zo’n regeling eruit kan zien.