Gepubliceerd op

De nieuwe wet tot wijziging van de Warmtewet: ‘warm bad of koude douche’?

Op 26 maart 2019 was daar het ‘verlossende woord’ in het Staatsblad: per 1 juli 2019 zullen de eerste wijzigingen van de Warmtewet officieel in werking treden. Naar aanleiding van de evaluatie van de Warmtewet en de knelpunten die daarin zijn gesignaleerd, heeft men besloten de Warmtewet op een aantal punten gefaseerd te wijzigen. Het gaat om ‘de wet tot wijziging van de Warmtewet’. Deze wet zal in drie fasen in werking treden, namelijk op 1 juli 2019, 1 januari 2020 en een nog nader te bepalen datum.

De inmiddels veelbesproken Warmtewet trad in werking op 1 januari 2014. Het doel van de wet: de bescherming van de consument als afnemer van warmte en/of koude tegen te hoge prijzen door onder andere het hanteren van gereguleerde tarieven. De Warmtewet moest met name bescherming bieden voor de zogenaamde ‘gebonden’ consument. Hiermee worden die afnemers van warmte bedoeld voor wie het niet mogelijk is om te kiezen van welke leverancier zij warmte afnemen. Denk bijvoorbeeld aan afnemers die woonachtig zijn in complexen met zogenaamde stads- of blokverwarming.

Knelpunten

Ondanks dat de Warmtewet op veel vlakken haar doelstelling wist te bereiken, bleek de wet in de praktijk ook de nodige knelpunten te hebben voor onder andere partijen als woningcorporaties. Zij werden ten gevolge van de Warmtewet officieel warmteleverancier, waardoor hun afnemers bescherming genoten onder de Warmtewet terwijl de woningcorporaties zelf geen bescherming toekwam. Ook de tariefregulering onder de Warmtewet bleek de nodige vraagtekens op te werpen in de praktijk. De huidige tarieven voor warmte zijn namelijk gebaseerd op de gasreferentie, terwijl die niet tot nauwelijks samenhangt met de afname van warmte. Het doel van de wijziging van de Warmtewet is dan ook meer helderheid te bieden aan warmteleveranciers en afnemers van collectieve warmte en de wet beter aan te laten sluiten op de toekomstige ontwikkelingen in het kader van de energietransitie.

Wat verandert er?

Om bovenstaande knelpunten en de overige in de praktijk vastgestelde onduidelijkheden zoveel als mogelijk weg te nemen, zullen (op hoofdlijnen) de volgende wijzigingen in de Warmtewet worden doorgevoerd:

1 juli 2019

  • Aanpassing van de reikwijdte van de wet: Warmteleveranciers die tevens vereniging van eigenaars zijn en verhuurders die warmte leveren aan hun huurders in het kader van de verhuur van woon- of bedrijfsruimte (waaronder woningcorporaties) worden uitgezonderd van de Warmtewet.
  • Maximumtarieven voor koude: Niet alleen voor de levering van warmte, maar ook voor de levering van lage-temperatuurwarmte (‘koude’) die onlosmakelijk onderdeel is van de levering van warmte, zullen in de aangepaste Warmtewet maximumtarieven worden gehanteerd.
  • In de aangepaste wet zal een uitgebreidere informatieverplichting voor de warmteleverancier worden opgenomen. De warmteleverancier dient meer informatie aan afnemers te verstrekken voorafgaand aan het sluiten van een warmteleveringsovereenkomst.
  • De verplichting tot het uitkeren van storingscompensatie door warmteleveranciers wordt gewijzigd. Warmteleveranciers zijn bijvoorbeeld niet langer verplicht om een compensatie aan hun afnemers te betalen indien de oorzaak van de storing niet is gelegen in hun warmtenet (overmacht).

1 januari 2020

  • De algemene tariefregulering zal worden aangepast. Dit houdt onder andere in:
    • Verbeteringen in de wijze van berekening van de maximumprijs met de nodige wijzigingen van het warmtebesluit en de Warmteregeling tot gevolg;
    • Toevoeging van nieuwe elementen in de tariefregulering, zoals de eenmalige aansluitbijdrage, kosten voor afsluiting en beschikbaar stellen van afleversets;
    • Mogelijkheid voor leveranciers en afnemers om in onderling overleg een andere tariefstelling voor de levering van warmte te kiezen dan op basis van het wettelijk regime;
    • NMDA-principe blijft slechts deels bestaan voor de vaststelling van maximale leveringstarieven;
  • De definitie van ‘verbruiker’ wordt gewijzigd: Door deze wijziging vallen verhuurders of vereniging van eigenaars die warmte leveren aan kleinverbruikers en een aansluiting hebben van meer dan 100kW vanaf dit moment ook onder de bescherming van de Warmtewet.
  • De eisen ten aanzien van boekhouding van vergunninghoudende leveranciers wordt specifieker vastgelegd en enigszins uitgebreid;
  • De bevoegdheid van de ACM om bij niet naleving van de Warmtewet boetes op te leggen wordt uitgebreid.

Nader te bepalen datum:

De invoering van een bevoegdheid voor de minister om bij wege van experiment een ontheffing te verlenen van het bepaalde bij of krachtens de Warmtewet.

Benieuwd naar de inhoudelijke wijzigingen die per 1 juli 2019 zullen worden ingevoerd en de gevolgen die deze wijzigingen mogelijk voor u kunnen hebben? Lees hier het vervolg op deze blog. Voor vragen over dit onderwerp kunt u terecht bij een van onze energiespecialisten.