Gepubliceerd op

Kamerbrief: einde zonnepanelen op landbouwgrond en verplichting zonnepanelen op grote bedrijfspanden nabij

Demissionair minister De Jonge heeft op 26 oktober 2023 in een kamerbrief, mede namens demissionair minister Jetten, kenbaar gemaakt dat het Rijk, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en waterschappen (UvW) afspraken hebben gemaakt over onder andere het juridisch verankeren van de aangescherpte Voorkeursvolgorde Zon zoals toegezegd in de zonnebrief van 6 juli 2023. Deze beslisnota heeft belangrijke implicaties voor de toekomstige ontwikkeling van zonneparken.

De zonneladder en provinciale verordeningen

Het kabinet heeft geruime tijd ingezet op de opwekking van zonne-energie volgens de vier stappen van de zonneladder:

  1. Zon op daken en gevels
  2. Ongebruikte terreinen in stedelijke gebieden
  3. Ongebruikte terreinen in landelijke gebieden
  4. Landbouw- en natuurgronden

Vanaf 1 januari 2024, met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zullen alle provinciale verordeningen een vorm van de zonneladder bevatten. Niet overal zijn strikt de stappen van de Voorkeursvolgorde Zon gevolgd, en er zijn verschillende definities in omloop, bijvoorbeeld met betrekking tot multifunctioneel ruimtegebruik. Provincies hebben toegezegd binnenkort hun verordeningen aan te passen volgens de gemaakte afspraken. In de kern komen de afspraken op dit punt neer op het volgende:

Voorwaarden en uitzonderingen voor zonneparken

Het gebruik van landbouw -en natuurgronden voor zonnepanelen is in principe ongewenst. Aan zonnepanelen op landbouw- en natuurgronden wordt slechts toegekomen indien het gaat om de volgende uitzonderingen:

  • A. Agri-PV: combinatie van een substantiële agrarische functie met een zonnepark;
  • B. landbouwgronden die op basis van bestuurlijk bindende afspraken in transitie zijn, waarbij het zonnepark financieel bijdraagt aan het mogelijk maken van de gebiedsgerichte opgaven voor een maximale periode (30 jaar);
  • C. als de aanleg van zonneparken op gronden betekenisvol bijdraagt aan de vermindering van de netcongestie of zorgt voor vergroting van een efficiënter netwerkgebruik (netneutraal).

Noodzakelijke voorwaarden voor elk zonnepark dat gerealiseerd wordt zijn dat ze: landschappelijk goed vormgegeven en ingepast zullen worden en het inpasbaar is in het energienetwerk. Bovendien streven partijen er naar dat alle zon-op-land projecten voldoen aan het streven naar 50% participatie van omwonenden en kan rekenen op voldoende draagvlak, zoals genoemd in het Klimaatakkoord.

Kortom, ambitieuze plannen die zonneparken op landbouw- en natuurgronden praktisch onmogelijk maken. Is het niet op basis van de zonneladder, dan is het wel op basis van de (niet) inpasbaarheid op het energienetwerk of de gewenste 50% participatie. Aangezien per 1 januari 2024 de Voorkeursvolgorde Zon via de (nieuwe) provinciale verordeningen direct doorwerkt bij het verlenen van vergunningen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, lijkt het einde van zon op landbouw- en natuurgronden nabij.

Nader onderzoek naar verplichting zonnepanelen op bedrijfsgebouwen

De eerder aangekondigde aanpassing van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) waarbij gemeenten de mogelijkheid krijgen om o.a. eigenaren van gebouwen zonder woonbestemming (denk aan kantoor of bedrijfspanden) met een gebruiksoppervlakte van > 250 m2 te verplichten om de (volledige) dakpotentie te benutten voor de opwek van zonne-energie loopt door.

De inhoud van dit blog is algemeen van aard en er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Indien u concrete vragen hebt of advies wenst, kunt u vrijblijvend telefonisch of per e-mail contact opnemen met Marije van der Hoek (marije.vanderhoek@cees.nl) of een van onze andere specialisten op het gebied van het bestuurs- en omgevingsrecht.