Gepubliceerd op

Is er iets mis met een productieve stagiair?

Veel studenten moeten praktijkervaring opdoen in verband met hun opleiding, willen hun  curriculum vitae oppoetsen of willen kijken of hun verwachtingen kloppen met de praktijk. Doorgaans vinden werkzaamheden tijdens een stage of leer-werktraject plaats op basis van een stage-overeenkomst of een leer-arbeidsovereenkomst.

Met enige regelmaat komt het echter voor dat partijen een overeenkomst ondertekenen met de benaming  stage-overeenkomst of  leer-arbeidsovereenkomst terwijl er feitelijk sprake is van een “gewone” arbeidsovereenkomst. Is dat het geval dan heeft dat grote gevolgen: er had minimum loon en vakantietoeslag betaald moeten worden, er had loon moeten worden doorbetaald bij ziekte, er geldt ontslagbescherming en er hadden sociale premies afgedragen moeten worden.

Wat is een stage-overeenkomst?

In de wet is niet omschreven wat een stage-overeenkomst is. Wel is in de wet omschreven wat een arbeidsovereenkomst is. Op grond van de wet is sprake van een arbeidsovereenkomst als:

  • de ene partij “arbeid” verricht,
  • tegen loon,
  • in dienst van de andere partij.

Volgens vaste rechtspraak moet voor het kunnen aannemen van “arbeid” sprake zijn van productieve arbeid. Is er geen sprake van productieve arbeid dan is er dus geen sprake van een arbeidsovereenkomst.

Van productieve arbeid is géén sprake als de arbeid wordt verricht ten behoeve van het uitbreiden van de eigen kennis en ervaring van de leerling, mede met het oog op de voltooiing van de opleiding (HR 29 oktober 1982, ECLI:NL:HR:1982:AC0442 (Hesseling/Ombudsman), HR 14 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9722  (Beurspromovendi), HR 3 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8742 (Adspirant-registerloodsen).

In 2015 heeft de Hoge Raad bevestigd “dat het er op aankomt of het verrichten van de werkzaamheden van de stagiair in overwegende mate in het belang is van de opleiding die deze volgt” (HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3019(Logidex).

Voorbeeld: Logidex

Logidex is een bemiddelaar in de logistieke sector die in opdracht van onderwijsinstellingen leerlingen bij bedrijven plaatst, die in verband met  hun opleiding werkervaring moeten opdoen. Het hof Amsterdam oordeelt (na vernietiging en verwijzing door de HR) dat de leerlingen géén productieve arbeid verrichtten:

  • de leerlingen moesten in het kader van de opleiding opdrachten en toetsen binnen het leerbedrijf maken.
  • plaatsing van de leerlingen duurde slechts voort zolang er voor de leerlingen nog wat te leren viel: bij tussentijdse beëindiging of voltooiing van de beroepspraktijkvorming eindigde de overeenkomst   van rechtswege. Aldus bestond een duidelijke koppeling tussen de arbeid en de opleiding.
  • ten aanzien van de productieve waarde van de arbeid overwoog het hof dat het ten minste kwestieus is of en in welke mate de leerling voor het leerbedrijf in zodanige mate productieve arbeid verricht, dat deze arbeid ook voor het leerbedrijf rendabel is.

Voorbeeld: Splendid Care

De rechtbank Midden-Nederland (15 februari 2018, JAR 2018/78) oordeelt dat de leerling wél productieve arbeid verricht:

  • voor de leerling waren geen concrete leerdoelen geformuleerd.
  • door Splendid Care was geen structurele begeleiding aan de leerling  verleend. Naar het oordeel van de rechtbank was de arbeid derhalve niet gericht op het uitbreiden van de eigen kennis en ervaring, mede met het oog op de voltooiing van de opleiding.
  • hiernaast nam de rechtbank in de beoordeling mee dat de door de leerling verrichte arbeid qua productiviteit voor Splendid Care ook niet van ondergeschikt belang is geweest. Dit bleek onder meer uit het feit dat de leerling in kwestie van meet af aan een groot deel van haar werkzaamheden zelfstandig uitvoerde, en in het laatste jaar zelfs op gelijke wijze als gediplomeerde werknemers werd ingeroosterd.

Voorbeeld: De Burg Horecabedrijven

Het Hof Amsterdam (25 juni 2019, JAR 2019/180) oordeelt dat een praktijkovereenkomst gekoppeld aan de opleiding ondernemer horeca/bakkerij  geen arbeidsovereenkomst is:

  • de praktijkovereenkomsten zijn gesloten met het oog op de opleiding.
  • de tweede praktijkovereenkomst is opgezegd omdat betrokkene zijn stage-uren niet meer kon volmaken.
  • hoofddoel van de overeenkomsten was het uitbreiden van de kennis en ervaring met het oog op het voltooien van de opleiding.

Is er iets mis met een productieve stagiair?

Als uitgangspunt geldt in de rechtspraak dat het feit dat de arbeid  productieve waarde heeft niet betekent  er geen sprake meer kan zijn van een stage-overeenkomst of een leer-werkovereenkomst. Het leerelement kan ook in dat geval namelijk nog steeds overheersend zijn. Ieder stagebedrijf of leerbedrijf zal wel in meerdere of mindere mate voordeel hebben bij de door de stagiair/leerling verrichte arbeid. Kern blijft echter dat het leerdoel voor de stagiair voorop moet blijven staan.

Aandachtspunten stage-overeenkomst/leerwerk-overeenkomst

Beoogt u een stage- of  een leerwerkovereenkomst aan te gaan die niet als arbeidsovereenkomst kwalificeert dan doet u er verstandig aan:

  • duidelijk vast te leggen dat het om een stage-overeenkomst/leerwerk-overeenkomst gaat en niet om een arbeidsovereenkomst.
  • een koppeling te maken tussen de arbeid en de opleiding/leerdoel. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een opleidingsplan, de geformuleerde leerdoelen en de periodieke begeleiding van de leerling. Hiernaast kan een (stage)begeleider worden aangesteld.
  • een ontbindende voorwaarde op te nemen op basis waarvan de overeenkomst van rechtswege eindigt zodra de leerling ‘uitgeleerd’ is.
  • het zwaartepunt te leggen bij het leren en niet bij de productiviteit. Vastgelegd kan worden dat de prestatie van de stagiair geen waarde hoeft te hebben voor het bedrijf.
  • niet meer te betalen dan een redelijke (onkosten) vergoeding.

Vergeet tenslotte niet dat voor stagiaires sommige arbeidsrechtelijke bepalingen wel gelden zoals de regels die zien op arbeidstijden, arbeidsomstandigheden en gelijke behandeling. Controleer of de stagiair ook onder uw aansprakelijkheidsverzekering valt.